Information über das Wort dek (Niederländisch → Esperanto: ferdeko)

Synonyme: scheepsdek, verdek

WortartSubstantiv
Aussprache/dɛk/
Trennungdek
Mehrzahldekken

Gebrauchsbeispiele

Nu was het al ver in de middag en nog steeds ging het verder in de brandende zon, die onbarmhartig op het dek van de Marica scheen.
Mickey klom eveneens aan dek.
Er kan dan vanzelfsprekend ook niet aan dek gewerkt worden.
Na het ontbijt begaf Gersen zich aan dek waar Navarth zich bij hem voegde.

Übersetzungen

Afrikaansdek
Dänischdæk
DeutschDeck; Schiffsdeck; Verdeck
Englischdeck
Esperantoferdeko
Färöerischskipsdekk; tilja
Finnischlaivan kansi
Französischpont
Italienischcoperta; ponte
Katalanischcoberta; pont
Papiamentodèk
Portugiesischcoberta; convés
SaterfriesischDäk
Spanischcubierta; puente
Tschechischpaluba
Westfriesischdek