Information über das Wort bekendmaken (Niederländisch → Esperanto: sciigi)

Synonyme: in kennis stellen, kond doen van, mededelen, melden, op de hoogte brengen, aanzeggen, verwittigen, verluiden, te kennen geven, laten weten

WortartVerb
Aussprache/bəˈkɛntmakə(n)/
Trennungbe·kend·ma·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) maak bekend(ik) maakte bekend
(jij) maakt bekend(jij) maakte bekend
(hij) maakt bekend(hij) maakte bekend
(wij) maken bekend(wij) maakten bekend
(jullie) maken bekend(jullie) maakten bekend
(gij) maakt bekend(gij) maaktet bekend
(zij) maken bekend(zij) maakten bekend
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) bekendmake(dat ik) bekendmaakte
(dat jij) bekendmake(dat jij) bekendmaakte
(dat hij) bekendmake(dat hij) bekendmaakte
(dat wij) bekendmaken(dat wij) bekendmaakten
(dat jullie) bekendmaken(dat jullie) bekendmaakten
(dat gij) bekendmaket(dat gij) bekendmaaktet
(dat zij) bekendmaken(dat zij) bekendmaakten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
maak bekendmaakt bekend
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bekendmakend, bekendmakende(hebben) bekendgemaakt

Gebrauchsbeispiele

Wie is opgepakt en wat de relatie is van deze persoon tot het slachtoffer, is niet bekendgemaakt.
Ook Lufthansa heeft bekendgemaakt niet meer naar China te vliegen.
In 2011 maakten de Noordkoreaanse staatsmedia het overlijden van Gim Jeong‐euns vader en voorganger Gim Jeong‐il pas na twee dagen bekend.
Kun je nu niet een paar namen bekendmaken?
Toen deze plannen aan de bemanning bekend werden gemaakt, werden ze met algemene instemming ontvangen, behalve door de kuiper.
Premier Algirdas Butkevičius maakte dat vrijdag bekend.

Übersetzungen

Afrikaansaankondig; bekendmaak; te kenne gee
Dänischmeddele
Deutschangeben; mitteilen; verkünden; ankündigen; melden; wissen lassen; benachrichtigen
Englischannounce; notify; make known
Englisch (Altenglisch)acyþan
Esperantosciigi
Färöerischlata vita; siga frá
Französischapprendre à; faire part de
Griechischαγγέλω
Italienischinsegnare
Niederdeutschmelden
Polnischzawiadomić
Portugiesischinformar; noticiar; notificar
Saterfriesischankännigje; anreeke; meedeele
Schwedischtillkännagiva
Spanischdivulgar; enterar; hacer saber; informar
Thaiแจ้ง
Ungarischtudat
Westfriesischoansizze; bekendmeitsje