Information über das Wort strelen (Niederländisch → Esperanto: karesi)

Synonyme: aaien, liefkozen

WortartVerb
Aussprache/ˈstrelə(n)/
Trennungstre·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) streel(ik) streelde
(jij) streelt(jij) streelde
(hij) streelt(hij) streelde
(wij) strelen(wij) streelden
(jullie) strelen(jullie) streelden
(gij) streelt(gij) streeldet
(zij) strelen(zij) streelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) strele(dat ik) streelde
(dat jij) strele(dat jij) streelde
(dat hij) strele(dat hij) streelde
(dat wij) strelen(dat wij) streelden
(dat jullie) strelen(dat jullie) streelden
(dat gij) strelet(dat gij) streeldet
(dat zij) strelen(dat zij) streelden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
streelstreelt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
strelend, strelende(hebben) gestreeld

Gebrauchsbeispiele

In haar droom voelde Lirael dat iemand haar voorhoofd streelde.
De vingers van het meisje streelden de foto.

Übersetzungen

Dänischstryge
Deutschstreicheln; liebkosen; zärtlich sein
Englischcaress; fondle; stroke
Esperantokaresi
Färöerischkela; kína; ynda
Finnischhyväillä
Französischcaresser
Italienischaccarezzare
Katalanischacariciar; acaronar
Lateinadmulcere; adulare
Papiamentokarisiá
Portugiesischacariciar; afagar; mimosear
Rumänischdezmierda; mângâia
Saterfriesischaisje; fummelje; striekelje; strookje
Schwedischklappa
Spanischacariciar
Sranankori
Thaiลูบ; ลูบไล้; ไล้
Tschechischhladit; pohladit
Westfriesischaaie; streakje