Information über das Wort huis (Niederländisch → Esperanto: domo)

WortartSubstantiv
Aussprache/ɦœy̯̯s/
Trennunghuis
Geschlechtsächlich
Genitivhuizes
Mehrzahlhuizen

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
huisjehuisjes

Gebrauchsbeispiele

Huizen waren in puinhopen veranderd en boerderijen lagen onder water in de polder.
Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest.
Bovendien bouwden de Natufiërs huizen van verschillende afmetingen, wat ook duidt op verschillen tussen arm en rijk.

Übersetzungen

Afrikaanshuis
Dänischhus
DeutschHaus
Englischhouse
Englisch (Altenglisch)hus; hof
Esperantodomo
Färöerischhús
Finnischtalo
Französischmaison
Griechischσπίτι
Hawaiischhale
Isländischhús
Italienischcasa
Jamaikanisches Kreolischhous
Kabylischaxxam
Katalanischcasa
Lateindomus
LuxemburgischHaus
Malaiischwisma
Niederdeutschhuus
Norwegischhus
Papiamentokas
Polnischdom
Portugiesischcasa
Russischдом
SaterfriesischHuus
Schottisch Gälischtaigh
Schwedischhus
Scotshoose
Spanischcasa
Srananoso
Suahelinyumba
Tagalogbahay
Thaiบ้าน
Türkischev
Walisisch
Westfriesischhûs