Information über das Wort verstrooien (Niederländisch → Esperanto: distri)

Synonym: afleiden

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verstrooi(ik) verstrooide
(jij) verstrooit(jij) verstrooide
(hij) verstrooit(hij) verstrooide
(wij) verstrooien(wij) verstrooiden
(jullie) verstrooien(jullie) verstrooiden
(gij) verstrooit(gij) verstrooidet
(zij) verstrooien(zij) verstrooiden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verstrooie(dat ik) verstrooide
(dat jij) verstrooie(dat jij) verstrooide
(dat hij) verstrooie(dat hij) verstrooide
(dat wij) verstrooien(dat wij) verstrooiden
(dat jullie) verstrooien(dat jullie) verstrooiden
(dat gij) verstrooiet(dat gij) verstrooidet
(dat zij) verstrooien(dat zij) verstrooiden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verstrooiverstrooit
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verstrooiend, verstrooiende(hebben) verstrooid

Übersetzungen

Deutschzerstreuen; ablenken; unterhalten
Englischdistract; divert; entertain; amuse; bemuse
Esperantodistri; malenuigi
Finnischhäiritä
Französischdistraire
Katalanischdistreure
Portugiesischdesviar a atenção; distrair; divertir; entreter
Saterfriesischamüsierje; ferstraie; unnerhoolde; uutsäidje
Spanischdistraer
Tschechischrozptýlit