Information über das Wort kamer (Niederländisch → Esperanto: ĉambro)

Synonyme: lokaal, vertrek

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈkamər/
Trennungka·mer
Geschlechthistorisch weiblich, heutzutage auch männlich
Mehrzahlkamers

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
kamertjekamertjes

Gebrauchsbeispiele

Ze is niet op haar kamer!
Zo opa, ik wil een kamer voor een week.
In de zomer is het bijna onmogelijk een kamer te krijgen.
En misschien twintig minuten later was Mary Dove de kamer binnengekomen en had het lijk gevonden.

Übersetzungen

Afrikaanskamer
Albanischdhomë; odë
Dänischværelse
DeutschGemach; Zimmer; Raum; Kammer
Englischroom
Englisch (Altenglisch)rum
Esperantoĉambro
Färöerischkamar; rúm; stova
Finnischhuone
Französischchambre; local; pièce; salle
Griechischδωμάτιο
Hawaiischlumi
Italienischcamera; sala
Jiddischצימער
Katalanischcambra; habitació
Lateincella
Malaiischbilik; kamar; ruang
Norwegischværelse; rom
Papiamentokuarto; kuartu
Polnischpokój
Portugiesischaposento; câmara; quarto; sala
Rumänischcameră
Russischкомната
SaterfriesischKomer; Stoowe
Schottisch Gälischseòmar
Schwedischgemak; kammare; rum
Spanischcámara; cuarto; habitación
Sranankamra
Suahelichumba
Thaiห้อง
Tschechischmístnost; pokoj
Ungarischszoba
Walisischystafell
Westfriesischkeamer