Information über das Wort bijna (Niederländisch → Esperanto: preskaŭ)

Synonyme: bekant, bijkans, haast, nagenoeg, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, genoegzaam, praktisch, quasi

WortartAdverb
Aussprache/ˈbɛi̯na/
Trennungbij·na

Gebrauchsbeispiele

Het begrotingstekort bedroeg vorig jaar bijna 13 procent van het nationaal inkomen.
Het was nu bijna middernacht.
Bijna ging ik weer van mijn stokje.
Je zegt dat hij bijna een jaar bij je gebleven is.
Het zou bijna nog een hele maand koud en nat blijven voordat de korte, hete zomer kwam.

Übersetzungen

Afrikaansamper; bykans; byna; haas
Albanischafro; gati; pothuaj; thuaja
Dänischnæsten
Deutschbeinahe; fast; schier; nahezu
Englischalmost; nearly; virtually; all but; nigh on
Englisch (Altenglisch)ealmæst
Esperantopreskaŭ
Färöerischnæstan; umleið
Finnischmelkein
Französischpresque
Isländischhér um bil; nær; næstum
Italienischquasi
Jamaikanisches Kreolischaalmuos; liklmuos
Katalanischgairebé; quasi
Lateinfere; paene; prope
Luxemburgischbal
Malaiischhampir
Niederdeutschsikkum
Norwegischnesten
Papiamentoera; kasi; hera
Polnischniemal; prawie
Portugiesischperto de; por pouco; quase
Rumänischaproape
Russischпочти
Saterfriesischbienai; bienaist; bolde; hoast; uungefäär
Schottisch Gälischcha mhòr
Schwedischnästan
Spanischcasi
Srananpikinso moro
Thaiเกือบ; รอมร่อ
Tschechischmálem; skoro; téměř
Türkischadeta
Ungarischmajdnem
Westfriesischbenei; beneistenby; hast; omtrint; skraach; skraachwurk