Informasie oor die woord pak (Nederlands → Esperanto: kostumo)

Sinonieme: dracht, gewaad, kostuum

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/pɑk/
Afbrekingpak
Geslagonsydig
Meervoudpakken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
pakjepakjes

Voorbeelde van gebruik

Hij stapte naar zijn hut en tien minuten later ging hij met een net pak aan de wal op.

Vertalinge

Deensdragt
DuitsGewand; Kostüm; Tracht
Engelscostume; suit
Esperantokostumo
Faroëesbúni
Finspuku
Franscomplet; costume
Italiaansabito; costume
Katalaansvestit
Papiamentsbistí; flus
Portugeescostume; traje; veste
Roemeenscostum
SaterfriesAnsuch; Dracht; Gewand; Kostüm; Pak
Spaanstraje
Sweedsklädedräkt; kostym
Tsjeggieskroj; oděv
Wes‐Friespak