Informasie oor die woord knaap (Nederlands → Esperanto: knabo)

Sinonieme: jongen, knul, boy, joch

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/knap/
Afbrekingknaap
Meervoudknapen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
knaapjeknaapjes

Voorbeelde van gebruik

Nog een andere omstandigheid herinnerde men zich na de geheimzinnige verdwijning der beide knapen.
Voor het ogenblik scheidden de vrienden en spraken af dat zij elkaar op een weinig bezochte plek aan de oever der rivier, omstreeks een uur van de stad, zouden ontmoeten, en wel te middernacht, der knapen lievelingsuur.

Vertalinge

Afrikaansseun
Albaniesdjalë
Deensdreng
DuitsJunge; Knabe; Bursche
Engelsboy; lad
Engels (Ou Engels)cnapa; cniht
Esperantoknabo
Faroëesdrongur
Finspoika
Fransgarçon; gosse
Grieksαγόρι; παιδί
Hawaiïeskeikikāne; poi
Hongaarsfiú
Italiaansragazzo
Jamaikaanse Patoisbwai
Jiddisjײנגל
Kabiliesaqcic
Katalaansnoi; vailet; xicot
Latynpuer
Noorsgutt
Papiamentschabalito; chabalitu; mucha hòmber
Poolschłopiec
Portugeesmenino; rapaz
Roemeensbăiat
SaterfriesWänt
Skots-Gaeliesbalach; gille
Spaanschico; muchacho; infante
Srananboy
Sweedsgosse; pilt; pojke
Thaiเด็กผู้ชาย
Tsjeggieshoch; chlapec
Turksçoçuk; oğlan
Walliesbachgen
Wes‐Friesboai; jonge
Yslandsdrengur; strákur; piltur