Informasie oor die woord jongen (Nederlands → Esperanto: knabo)

Sinonieme: knaap, knul, boy, joch

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈjɔŋə(n)/
Afbrekingjon·gen
Geslagmanlik
Meervoudjongens

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
jongetjejongetjes

Voorbeelde van gebruik

Meestal waren de jongens te verlegen.
Maar waar is die jongen nu?
Loopt daar nou een jongen of een meisje?
Gijsen misbruikte de jongens in de tijd dat hij kapelaan en leraar was.

Vertalinge

Afrikaansseun
Albaniesdjalë
Deensdreng
DuitsJunge; Knabe; Bursche
Engelsboy; lad
Engels (Ou Engels)cnapa; cniht
Esperantoknabo
Faroëesdrongur
Finspoika
Fransgarçon; gosse
Grieksαγόρι; παιδί
Hawaiïeskeikikāne; poi
Hongaarsfiú
Italiaansragazzo
Jamaikaanse Patoisbwai
Jiddisjײנגל
Kabiliesaqcic
Katalaansnoi; vailet; xicot
Latynpuer
Noorsgutt
Papiamentschabalito; chabalitu; mucha hòmber
Poolschłopiec
Portugeesmenino; rapaz
Roemeensbăiat
SaterfriesWänt
Skots-Gaeliesbalach; gille
Spaanschico; muchacho; infante
Srananboy
Sweedsgosse; pilt; pojke
Thaiเด็กผู้ชาย
Tsjeggieshoch; chlapec
Turksçoçuk; oğlan
Walliesbachgen
Wes‐Friesboai; jonge
Yslandsdrengur; strákur; piltur