Informasie oor die woord behandelen (Nederlands → Esperanto: trakti)

Sinoniem: omspringen met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈɦɑndələ(n)/
Afbrekingbe·han·de·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) behandel(ik) behandelde
(jij) behandelt(jij) behandelde
(hij) behandelt(hij) behandelde
(wij) behandelen(wij) behandelden
(jullie) behandelen(jullie) behandelden
(gij) behandelt(gij) behandeldet
(zij) behandelen(zij) behandelden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) behandele(dat ik) behandelde
(dat jij) behandele(dat jij) behandelde
(dat hij) behandele(dat hij) behandelde
(dat wij) behandelen(dat wij) behandelden
(dat jullie) behandelen(dat jullie) behandelden
(dat gij) behandelet(dat gij) behandeldet
(dat zij) behandelen(dat zij) behandelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
behandelbehandelt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
behandelend, behandelende(hebben) behandeld

Voorbeelde van gebruik

Waarom behandelt u de jongens toch zo hard?
Het ruwst werden het opperhoofd en zijn zoon behandeld.
Hij is officier en je moet hem als zodanig behandelen.

Vertalinge

Deensbehandle
Duitsbehandeln; traktieren; unterhandeln
Engelshandle; treat; process; deal with
Esperantotrakti
Faroëesfara við; handfara; tingast; viðgera
Finsneuvotella
Franstraiter
Italiaanstrattare
Katalaanstractar
Papiamentstrata
Portugeesagenciar; tratar
Saterfriesbehondelje; behondelje; heelje; kuurierje; traktierje; unnerhondelje
Spaanstratar
Sweedsbehandla; traktera