Informasie oor die woord brengen (Nederlands → Esperanto: alkonduki)

Sinonieme: voorleiden, heenbrengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbrɛŋə(n)/
Afbrekingbren·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) breng(ik) bracht
(jij) brengt(jij) bracht
(hij) brengt(hij) bracht
(wij) brengen(wij) brachten
(jullie) brengen(jullie) brachten
(gij) brengt(gij) brachtet
(zij) brengen(zij) brachten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) brenge(dat ik) brachte
(dat jij) brenge(dat jij) brachte
(dat hij) brenge(dat hij) brachte
(dat wij) brengen(dat wij) brachten
(dat jullie) brengen(dat jullie) brachten
(dat gij) brenget(dat gij) brachtet
(dat zij) brengen(dat zij) brachten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
brengbrengt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
brengend, brengende(hebben) gebracht

Voorbeelde van gebruik

Breng hem naar een dokter.

Vertalinge

Duitsherbeiführen; heranführen; hergeleiten; heranholen
Engelslead
Esperantoalkonduki
Fransamener
Hongaarsodavezet
Wes‐Friesbringe