Informasie oor die woord toeslaan (Nederlands → Esperanto: aljuĝi)

Sinonieme: gunnen, toekennen, toewijzen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtuslan/
Afbrekingtoe·slaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) sla toe(ik) sloeg toe
(jij) slaat toe(jij) sloeg toe
(hij) slaat toe(hij) sloeg toe
(wij) slaan toe(wij) sloegen toe
(jullie) slaan toe(jullie) sloegen toe
(gij) slaat toe(gij) sloegt toe
(zij) slaan toe(zij) sloegen toe
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) toesla(dat ik) toesloege
(dat jij) toesla(dat jij) toesloege
(dat hij) toesla(dat hij) toesloege
(dat wij) toeslaan(dat wij) toesloegen
(dat jullie) toeslaan(dat jullie) toesloegen
(dat gij) toeslaat(dat gij) toesloeget
(dat zij) toeslaan(dat zij) toesloegen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sla toeslaat toe
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
toeslaand, toeslaande(hebben) toegeslagen

Vertalinge

Afrikaanstoeken
DuitsZuschlag erteilen; zuerkennen; zusprechen; zuschreiben; verleihen
Engelsadjudge; award; bestow
Esperantoaljuĝi
Saterfriestoukanne; Tousleek reeke