Informasie oor die woord gebouw (Nederlands → Esperanto: konstruo)

Sinonieme: bouw, constructie, aanleg, opbouw

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɣəˈbɑu̯/
Afbrekingge·bouw
Geslagonsydig
Meervoudgebouwen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
gebouwtjegebouwtjes

Vertalinge

Afrikaanskonstruksie
Deensanlæg; konstruktion
DuitsErbauung; Bau; Aufbau
Engelsbuilding; structure
Esperantokonstruo
Fransbâtiment; construction
Italiaanscostruzione
LuxemburgsBau
Papiamentskonstrukshon
Spaansconstrucción
Sweedsbyggnad
Wes‐Friesbou