Informasie oor die woord toedichten (Nederlands → Esperanto: imputi)

Sinonieme: aanrekenen, toerekenen, toeschrijven, wijten, ten laste leggen, in de schoenen schuiven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtudɪxtə(n)/
Afbrekingtoe·dich·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) dicht toe(ik) dichtte toe
(jij) dicht toe(jij) dichtte toe
(hij) dicht toe(hij) dichtte toe
(wij) dichten toe(wij) dichtten toe
(jullie) dichten toe(jullie) dichtten toe
(gij) dicht toe(gij) dichttet toe
(zij) dichten toe(zij) dichtten toe
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) toedichte(dat ik) toedichtte
(dat jij) toedichte(dat jij) toedichtte
(dat hij) toedichte(dat hij) toedichtte
(dat wij) toedichten(dat wij) toedichtten
(dat jullie) toedichten(dat jullie) toedichtten
(dat gij) toedichtet(dat gij) toedichttet
(dat zij) toedichten(dat zij) toedichtten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dicht toedicht toe
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
toedichtend, toedichtende(hebben) toegedicht

Vertalinge

Duitsimputieren; zur Last legen; zuschreiben; unterstellen; bezichtigen; anrechnen; abziehen; abschreiben
Engelsimpute; ascribe
Esperantoimputi
Faroëesbrigsla; geva í part; seta inn; skuldseta
Saterfriestouschrieuwe; touskrieuwe
Spaansachacar; valorar en