Informasie oor die woord beklemtonen (Nederlands → Esperanto: akcenti)

Sinonieme: accentueren, benadrukken, de klemtoon leggen op

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈklɛmtonə(n)/
Afbrekingbe·klem·to·nen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) beklemtoon(ik) beklemtoonde
(jij) beklemtoont(jij) beklemtoonde
(hij) beklemtoont(hij) beklemtoonde
(wij) beklemtonen(wij) beklemtoonden
(jullie) beklemtonen(jullie) beklemtoonden
(gij) beklemtoont(gij) beklemtoondet
(zij) beklemtonen(zij) beklemtoonden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) beklemtone(dat ik) beklemtoonde
(dat jij) beklemtone(dat jij) beklemtoonde
(dat hij) beklemtone(dat hij) beklemtoonde
(dat wij) beklemtonen(dat wij) beklemtoonden
(dat jullie) beklemtonen(dat jullie) beklemtoonden
(dat gij) beklemtonet(dat gij) beklemtoondet
(dat zij) beklemtonen(dat zij) beklemtoonden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beklemtoonbeklemtoont
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
beklemtonend, beklemtonende(hebben) beklemtoond

Vertalinge

Duitsakzentuieren; betonen
Engelsstress; emphasize
Esperantoakcenti
Faroëesherða á ljóð; leggja áherðslu á; leggja dent á
Fransaccentuer; insister; souligner
Italiaansaccentare
Katalaansaccentuar
Nederduitsbenådrükken
Portugeesacentuar
Spaansacentuar
Tsjeggieszdůraznit; zdůrazňovat