Informasie oor die woord aanpakken (Nederlands → Esperanto: pritrakti)

Sinonieme: behandelen, verhandelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈampɑkə(n)/
Afbrekingaan·pak·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) pak aan(ik) pakte aan
(jij) pakt aan(jij) pakte aan
(hij) pakt aan(hij) pakte aan
(wij) pakken aan(wij) pakten aan
(jullie) pakken aan(jullie) pakten aan
(gij) pakt aan(gij) paktet aan
(zij) pakken aan(zij) pakten aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aanpakke(dat ik) aanpakte
(dat jij) aanpakke(dat jij) aanpakte
(dat hij) aanpakke(dat hij) aanpakte
(dat wij) aanpakken(dat wij) aanpakten
(dat jullie) aanpakken(dat jullie) aanpakten
(dat gij) aanpakket(dat gij) aanpaktet
(dat zij) aanpakken(dat zij) aanpakten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pak aanpakt aan
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanpakkend, aanpakkende(hebben) aangepakt

Vertalinge

Deensbehandle
Duitsbehandeln
Engelsaddress; handle; tackle
Esperantopritrakti; trakti
Katalaanstractar sobre
Portugeesnegociar; tratar de
Saterfriesbehondelje
Spaanstratar sobre