Informasie oor die woord werpen (Nederlands → Esperanto: naski)

Sinonieme: baren, bevallen van, het leven schenken, het leven schenken aan, ter wereld brengen, teweegbrengen, voortbrengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛrpə(n)/
Afbrekingwer·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) werp(ik) wierp
(jij) werpt(jij) wierp
(hij) werpt(hij) wierp
(wij) werpen(wij) wierpen
(jullie) werpen(jullie) wierpen
(gij) werpt(gij) wierpt
(zij) werpen(zij) wierpen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) werpe(dat ik) wierpe
(dat jij) werpe(dat jij) wierpe
(dat hij) werpe(dat hij) wierpe
(dat wij) werpen(dat wij) wierpen
(dat jullie) werpen(dat jullie) wierpen
(dat gij) werpet(dat gij) wierpet
(dat zij) werpen(dat zij) wierpen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
werpend, werpende(hebben) geworpen

Vertalinge

Afrikaansbaar; geboorte gee
Duitsgebären; zur Welt bringen
Engelsfarrow
Engels (Ou Engels)acennan
Esperantonaski
Faroëesbera í heim; føða
Finssynnyttää
Fransfaire naître; mettre au monde
Hongaarsszül
Katalaansgenerar; parir
Maleislahir
Portugeesdar a luz; parir
Saterfriesgebääre; tou de Waareld brange
Skotsgie birth
Spaansdar a luz; engendrar; parir