Informasie oor die woord tegenhouden (Nederlands → Esperanto: haltigi)

Sinonieme: aanhouden, keren, staande houden, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten, tot staan brengen, tot stand brengen, tot stilstand brengen, doen stoppen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈteɣə(n)ɦɑu̯̯də(n)/
Afbrekingte·gen·hou·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) hou tegen, houd tegen(ik) hield tegen
(jij) houdt tegen(jij) hield tegen
(hij) houdt tegen(hij) hield tegen
(wij) houden tegen(wij) hielden tegen
(jullie) houden tegen(jullie) hielden tegen
(gij) houdt tegen(gij) hieldt tegen
(zij) houden tegen(zij) hielden tegen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) tegenhoude(dat ik) tegenhielde
(dat jij) tegenhoude(dat jij) tegenhielde
(dat hij) tegenhoude(dat hij) tegenhielde
(dat wij) tegenhouden(dat wij) tegenhielden
(dat jullie) tegenhouden(dat jullie) tegenhielden
(dat gij) tegenhoudet(dat gij) tegenhieldet
(dat zij) tegenhouden(dat zij) tegenhielden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou tegen, houd tegenhoudt tegen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
tegenhoudend, tegenhoudende(hebben) tegengehouden

Voorbeelde van gebruik

Het leek wel of het kadaver door niets kon worden tegengehouden.
Houd me maar tegen.
Ze zullen proberen hem tegen te houden.
Wat houdt mij dan tegen?
Houd ze tegen!
Even later hield hij Hanley Cook tegen toen deze hem wilde passeren.

Vertalinge

Afrikaansstuit
Deensstoppe
Duitsanhalten; sperren; zum Stehen bringen; aufhalten
Engelsstop; hold; stem; stay; arrest
Esperantohaltigi
Italiaansfermare
Nederduitsstoppen
Papiamentsstòp
Poolszatrzymać
Portugeesfazer parar; reprimir
Saterfriesanhoolde; brämsje; speere
Spaansparar
Wes‐Friestsjinhâlde