Informasie oor die woord wensen (Nederlands → Esperanto: deziri)

Sinonieme: begeren, zin hebben in, zin hebben, trek hebben in, verkiezen, verlangen, verlangen naar

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛnsə(n)/
Afbrekingwen·sen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) wens(ik) wenste
(jij) wenst(jij) wenste
(hij) wenst(hij) wenste
(wij) wensen(wij) wensten
(jullie) wensen(jullie) wensten
(gij) wenst(gij) wenstet
(zij) wensen(zij) wensten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) wense(dat ik) wenste
(dat jij) wense(dat jij) wenste
(dat hij) wense(dat hij) wenste
(dat wij) wensen(dat wij) wensten
(dat jullie) wensen(dat jullie) wensten
(dat gij) wenset(dat gij) wenstet
(dat zij) wensen(dat zij) wensten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wenswenst
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
wensend, wensende(hebben) gewenst

Voorbeelde van gebruik

Wat wenst u van mij, juffers?
Op dat moment werd hij gestoord door Super en Hieper die hem beleefd goedemorgen wensten.
Maar in elk geval had het de gewenste uitwerking.

Vertalinge

Afrikaansverlang na; verlang
Albaniesdëshiroj
Deensønske
Duitswünschen; mögen; verlangen; begehren; verlangen nach
Engelsdesire; wish; want
Engels (Ou Engels)willan
Esperantodeziri
Faroëesynskja
Finshaluta
Fransdésirer; souhaiter
Hongaarskíván; vágyik
Italiaansdesiderare
Jamaikaanse Patoisfiil laik
Katalaansdesitjar
Latynoptare
Noorsønske seg; ønske
Papiamentsdeseá
Poolspragnąć; życzyć
Portugeesdesejar; pretender; querer
Russiesжелать; пожелать
Saterfrieswonskje
Skotswiss
Spaansdesear
Srananwinsi
Sweedsönska
Tsjeggiespopřát; přát; přát si; žádat
Turksarzu etmek; arzulamak
Wes‐Friesferlangje
Yslandsóska