Informasie oor die woord kleren (Nederlands → Esperanto: vestoj)

Sinonieme: goed, kledij, kleding, tooi

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈklerə(n)/
Afbrekingkle·ren

Voorbeelde van gebruik

Dat vond Jan zonde van die kleren.
Heeft hij zich in jouw aanwezigheid van al zijn kleren ontdaan, om redenen die mijn verbeelding verre te boven gaan?
De kleren die u nu draagt, zal ik meteen meenemen.

Vertalinge

Afrikaansklere
Deensklæder; tøj
DuitsKleider; Klamotten
Engelsclothes; togs
Esperantovestoj
Fransvêtements
Hongaarsruházat
Katalaansroba
Maleispakaian
Noorskledning
Papiamentspaña
Portugeesroupas
SaterfriesKlodere
Spaansropa
Sranankrosi
Swahilinguo
Sweedsbeklädnad; klädedräkt; kläder; klädsel
Thaiเสื้อผ้า
Tsjeggiesšaty
Turkselbise
Wes‐Friesklaaiïng; klean