Informasie oor die woord snee (Nederlands → Esperanto: tranĉaĵo)

Sinonieme: filet, moot, plak, schijf, snede, sneetje

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/sne/
Afbrekingsnee
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudsneeën

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
sneetjesneetjes

Voorbeelde van gebruik

Hij gaf me wat vlees op een snee brood.

Vertalinge

DuitsScheibe; Schnitte
Engelsslice; cut
Esperantotranĉaĵo; tranĉo
Faroëesavskorið petti; kut
Fransbalafre; tranche
Katalaansfilet
Portugeesfatia; talhada
SaterfriesSkieuwe; Sniede
Spaansfilete; tajada; trozo