Informasie oor die woord voor (Nederlands → Esperanto: sulko)

Sinonieme: frons, geul, groef, rimpel, vore

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/voːr/
Afbrekingvoor
Meervoudvoren

Voorbeelde van gebruik

Het kistje raakte met zijn wielen het mulle zand, stuitte even omhoog en boorde toen zijn neus in de woestijn waarin het een diepe voor trok.
Het zaad ligt in de voren, de oogst zal ongetwijfeld mooi zijn.

Vertalinge

Deensfold; læg
DuitsFalte; Furche; Runzel
Engelsfurrow
Esperantosulko
Faroëesfoyra
Fransride; sillon
Katalaansarruga; solc
Portugeescalha; rego; sulco
Russiesборозда
SaterfriesFoolde; Fuurge; Riet
Spaansacanaladura; arruga; estría; surco
Tsjeggiesvráska
Wes‐Friesfâld