Informasie oor die woord aanbieden (Nederlands → Esperanto: prezenti)

Sinonieme: voorschotelen, bieden, doen, indienen, optreden, presenteren, spelen, vertonen, voorstellen, voorzetten, brengen, inbrengen, offreren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈambidə(n)/
Afbrekingaan·bie·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) bied aan(ik) bood aan
(jij) biedt aan(jij) bood aan
(hij) biedt aan(hij) bood aan
(wij) bieden aan(wij) boden aan
(jullie) bieden aan(jullie) boden aan
(gij) biedt aan(gij) boodt aan
(zij) bieden aan(zij) boden aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aanbiede(dat ik) aanbode
(dat jij) aanbiede(dat jij) aanbode
(dat hij) aanbiede(dat hij) aanbode
(dat wij) aanbieden(dat wij) aanboden
(dat jullie) aanbieden(dat jullie) aanboden
(dat gij) aanbiedet(dat gij) aanbodet
(dat zij) aanbieden(dat zij) aanboden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bied aanbiedt aan
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanbiedend, aanbiedende(hebben) aangeboden

Voorbeelde van gebruik

Zelfs nu had hij haar niet eens een sigaret aangeboden.
Blake bood zijn gast een sigaret aan en stak er zelf ook een op.

Vertalinge

Afrikaansoptree
Deensforestille; præsentere; servere; udføre
Duitsaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
Engelspresent; offer; tender
Esperantoprezenti
Faroëesbera fram; kunna; nevna; vísa
Finsesittää
Fransoffrir; présenter
Italiaanspresentare
Katalaanspresentar
Nederduitspresenteren; vöärstellen
Noorspresentere
Papiamentspresentá
Poolsprzedstawiać
Portugeesapresentar; oferecer
Roemeensintroduce; prezenta
Saterfriesanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
Spaanspresentar; representar; retratar
Sweedspresentera
Thaiถวาย; แนะนำ; ยื่น
Wes‐Friesoanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
Yslandskynna