Informatie over het woord slagje (Westerlauwers Fries → Esperanto: sukcesi)

Uitspraak/ˈslaɡjə/
Afbrekingslag·je
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
Verleden deelwoord
(wêze) slagge
Infinitief II
slagjen

Vertalingen

Afrikaansslaag
Duitsgehen
Engelssucceed
Esperantosukcesi
Nederlandsslagen; gaan; lukken