Informatie over het woord timmerje (Westerlauwers Fries → Esperanto: ĉarpenti)

Uitspraak/ˈtɪmrjə/
Afbrekingtim·mer·je
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) timmerje(ik) timmere
(do) timmerest(do) timmerest
(hy) timmeret(hy) timmere
(wy) timmerje(wy) timmeren
(jimme) timmerje(jimme) timmeren
(sy) timmerje(sy) timmeren
Gebiedende wijs
timmerje
Verleden deelwoord
(hawwe) timmere
Infinitief II
timmerjen

Vertalingen

Engelsbuild; carpenter
Esperantoĉarpenti