Informatie over het woord leauwe (Westerlauwers Fries → Esperanto: kredi)

Uitspraak/ˈljou̯ə//
Afbrekingleau·we
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leau(ik) leaude
(do) leaust(do) leaudest
(hy) leaut(hy) leaude
(wy) leauwe(wy) leauden
(jimme) leauwe(jimme) leauden
(sy) leauwe(sy) leauden
Gebiedende wijs
leau
Verleden deelwoord
(hawwe) leaud
Infinitief II
leauwen

Vertalingen

Afrikaansglo
Albaneesbesue
Catalaanscreure
Deenstro
Duitsglauben; halten für
Engelsbelieve; deem; give credit to; give credence to
Engels (Oudengels)beliefan; geliefan; gelyfan
Esperantokredi
Faeröershalda; trúgva
Finsuskoa
Franscroire
IJslandstrúa
Italiaanscredere
Jamaicaans Creoolsbiliiv
Latijncredere
Nederduitsmeynen; gelöyven; löyven
Nederlandsgeloof hechten aan; geloof slaan aan; geloven; menen; geloof schenken aan
Noorstro
Papiamentskere
Poolswierzyć
Portugeesacreditar; crer
Roemeenscrede
Saterfriesleeuwe; meene
Schots-Gaelischcreid
Spaanscreer
Srananbribi
Thaisเชื่อ; เชื่อถือ
Tsjechischdomnívat se; myslet; myslit; věřit
Turksinanmak
Zweedstro