Informatie over het woord venĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingvenĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdvenĝas
Verleden tijdvenĝis
Toekomende tijdvenĝos
 
Voorwaardelijke wijs
venĝus
 
Gebiedende wijs
venĝu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdvenĝanta
Verleden tijdvenĝinta
Toekomende tijdvenĝonta

Vertalingen

Deenshævne sig
Engelsrevenge oneself; take revenge; avenge oneself; take vengeance
Nederlandswraak nemen; zich wreken
Portugeesvingar‐se