Informatie over het woord ŝanceliĝema

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingŝan·cel·iĝ·em·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefŝanceliĝemaŝanceliĝemaj
Accusatiefŝanceliĝemanŝanceliĝemajn

Vertalingen

Engelsuncertain; rocky
Nederlandsonzeker; wankel; wankelbaar
Portugeeshesitante; vacilante
Spaansindeciso