Informatie over het woord vivatendo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingviv·a·tend·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefvivatendovivatendoj
Accusatiefvivatendonvivatendojn

Vertalingen

Afrikaanslewensverwagting
Engelslife expectancy
Nederlandslevensverwachting
Spaansesperanza de vida; expectación de vida