Informatie over het woord sufoki

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingsu·fok·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdsufokas
Verleden tijdsufokis
Toekomende tijdsufokos
 
Voorwaardelijke wijs
sufokus
 
Gebiedende wijs
sufoku

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdsufokantasufokata
Verleden tijdsufokintasufokita
Toekomende tijdsufokontasufokota

Vertalingen

Catalaansofegar; sufocar
Duitserdrosseln; ersticken; erwürgen
Engelschoke; quell; suffocate; suppress; stifle; smother
Faeröerskøva; kvala
Finstukehduttaa
Fransétouffer; suffoquer
Italiaanssoffocare
Nederduitsunderdrükken
Nederlandsneerslaan; onderdrúkken; smoren; verkroppen; verstikken
Portugeesabafar; asfixiar; esganar; estrangular; sufocar
Saterfriesdrusselje; fersmoorje; oudrüüselje; smoorje; stikke
Spaansahogar; sofocar