Informatie over het woord sputi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingsput·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdsputas
Verleden tijdsputis
Toekomende tijdsputos
 
Voorwaardelijke wijs
sputus

Vertalingen

Deensspytte
Duitsspeien; ausspeien; auswerfen; spucken
Engelsspit up; spit
Franscracher; jeter; vomir
Nederlandsspugen; spuwen
Saterfriesspäie; sputterje; uutspäie
Spaansescupir; esputar; expectorar