Informatie over het woord sorĉi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingsorĉ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdsorĉas
Verleden tijdsorĉis
Toekomende tijdsorĉos
 
Voorwaardelijke wijs
sorĉus
 
Gebiedende wijs
sorĉu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdsorĉantasorĉata
Verleden tijdsorĉintasorĉita
Toekomende tijdsorĉontasorĉota

Vertalingen

Catalaansencantar; encisar; fetillar
Duitshexen; Zauberei treiben; zaubern
Engelsbewitch; charm; enchant
Faeröersganda
Finstaikoa
Fransensorceler
Nederlandsbeheksen; betoveren; heksen; toveren; tsjoenen
Papiamentstover
Portugeesenfeitiçar
Saterfriesoogenferköäkelje
Spaansembrujar; hechizar
Srananobya
Westerlauwers Friestoverje
Zweedstrolla