Informatie over het woord riproĉi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingri·proĉ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdriproĉas
Verleden tijdriproĉis
Toekomende tijdriproĉos
 
Voorwaardelijke wijs
riproĉus
 
Gebiedende wijs
riproĉu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdriproĉantariproĉata
Verleden tijdriproĉintariproĉita
Toekomende tijdriproĉontariproĉota

Vertalingen

Catalaansrenyar; reposar
Deensbebrejde
Duitsschelten; vorwerfen; Vorwürfe machen
Engelsblame; rebuke; reproach; reprove; scold; reprimand; upbraid; tell off; berate; reprehend; lecture
Finsmoittia
Fransgronder; reprendre; réprimander; reprocher; sermonner
IJslandsátelja
Italiaansriprendere
Nederlandsbeknorren; berispen; terechtwijzen; verwijten; de les lezen
Noorsbebreide
Papiamentsreprochá
Portugeescensurar; incriminar; repreender
Saterfriesfoarsmiete; rachje; skeelde
Spaanscensurar; regañar; reprobar; reprochar; vituperar
Thaisกล่าวโทษ
Turksazarlamak
Westerlauwers Friesferwite
Zweedsförebrå; förevita