Informatie over het woord rigi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingrig·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdrigas
Verleden tijdrigis
Toekomende tijdrigos
 
Voorwaardelijke wijs
rigus
 
Gebiedende wijs
rigu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdrigantarigata
Verleden tijdrigintarigita
Toekomende tijdrigontarigota

Vertalingen

Duitsauftakeln; ausrüsten
Engelsrig
Faeröersrigga til
Nederlandsoptakelen; optuigen; tuigen
Saterfriesaptoakelje; uutrustje
Spaansaparejar
Tsjechischvystrojit