Informatie over het woord pravigi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingprav·ig·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdpravigas
Verleden tijdpravigis
Toekomende tijdpravigos
 
Voorwaardelijke wijs
pravigus
 
Gebiedende wijs
pravigu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdpravigantapravigata
Verleden tijdpravigintapravigita
Toekomende tijdpravigontapravigota

Vertalingen

Afrikaansregverdig
Duitsbegründen
Engelsexcuse; justify; validate; vindicate
Finspuolustaa
Fransexcuser; justifier
Nederlandsbillijken; rechtvaardigen
Papiamentshustifiká