Informatie over het woord pasi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingpas·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdpasas
Verleden tijdpasis
Toekomende tijdpasos
 
Voorwaardelijke wijs
pasus
 
Gebiedende wijs
pasu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdpasanta
Verleden tijdpasinta
Toekomende tijdpasonta

Vertalingen

Catalaanspassar
Duitspassieren; vorübergehen; vorüberkommen
Engelspass; pass by; pass through; blow over
Faeröersfara; líða
Finsmennä ohi
Franspasser
Nederlandsóverdrijven; overgaan; vergaan
Portugeespassar
Saterfriesfergunge; foarbiegunge; passierje
Spaanspasar; transcurrir