Informatie over het woord naskita

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingnask·it·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefnaskitanaskitaj
Accusatiefnaskitannaskitajn

Vertalingen

Afrikaansgebore
Duitsgebürtig
Nederduitsgeboaren; boaren
Nederlandsgeboren; van geboorte
Spaansnacido