Informatie over het woord konsumi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingkon·sum·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdkonsumas
Verleden tijdkonsumis
Toekomende tijdkonsumos
 
Voorwaardelijke wijs
konsumus
 
Gebiedende wijs
konsumu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdkonsumantakonsumata
Verleden tijdkonsumintakonsumita
Toekomende tijdkonsumontakonsumota

Vertalingen

Catalaansconsumir
Duitsabnutzen; aufzehren; konsumieren; verbrauchen; zehren; verzehren; aufbrauchen; verbrennen; zerstören; erschöpfen; aufreiben
Engelsconsume; use up
Finskuluttaa
Fransconsommer; consumer
Nederlandsverbruiken; opgebruiken; verteren
Portugeesconsumir; esgotar; gastar
Saterfriesapteere; ferbruuke; ferteere; konsumierje; ounutsje; sliete; teere
Spaansconsumir
Thaisเสพย์
Zweedsförbruka