Informatie over het woord konduti

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingkon·dut·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdkondutas
Verleden tijdkondutis
Toekomende tijdkondutos
 
Voorwaardelijke wijs
kondutus
 
Gebiedende wijs
kondutu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdkondutanta
Verleden tijdkondutinta
Toekomende tijdkondutonta

Vertalingen

Catalaanscaptenir‐se; comportar‐se; conduir‐se; portar‐se
Deensopføre sig
Duitssich aufführen; sich benehmen; sich betragen; sich verhalten
Engelsbehave; conduct oneself; act
Faeröersbera seg
Finskäyttäytyä
Fransse conduire
IJslandshegða sér
Italiaanscomportarsi; condursi
Nederduitssik gedrägen
Nederlandszich gedragen
Noorsoppføre seg
Papiamentskomportá
Poolszachowywać się
Portugeesagir; comportar‐se; proceder
Russischвестисебя
Saterfriessik benieme; sik ferhoolde
Spaanscomportarse; conducirse
Zweedsbete sig; uppföra sig