Informatie over het woord izoli

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingi·zol·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdizolas
Verleden tijdizolis
Toekomende tijdizolos
 
Voorwaardelijke wijs
izolus
 
Gebiedende wijs
izolu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdizolantaizolata
Verleden tijdizolintaizolita
Toekomende tijdizolontaizolota

Vertalingen

Catalaansaïllar; isolar
Duitsabsondern; außer Verbindung setzen; isolieren; abtrennen
Engelsisolate; seclude
Faeröersbyrgja av
Fransisoler
Nederlandsafzonderen; isoleren
Portugeesilhar; insular; isolar
Roemeensizola
Saterfriesisolierje; ousluute; ousunnerje
Spaansaislar
Tsjechischizolovat; oddělit; odloučit