Informatie over het woord iriti

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingi·rit·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdiritas
Verleden tijdiritis
Toekomende tijdiritos
 
Voorwaardelijke wijs
iritus
 
Gebiedende wijs
iritu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdiritantairitata
Verleden tijdiritintairitita
Toekomende tijdiritontairitota

Vertalingen

Afrikaansirriteer
Duitsreizen; aufreizen; erregen; erzürnen; irritieren; angreifen
Engelsirritate
Faeröersarga; erta; ørkymla
Nederlandsirriteren
Spaansacuciar; incitar