Informatie over het woord imagi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingi·mag·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdimagas
Verleden tijdimagis
Toekomende tijdimagos
 
Voorwaardelijke wijs
imagus
 
Gebiedende wijs
imagu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdimagantaimagata
Verleden tijdimagintaimagita
Toekomende tijdimagontaimagota

Vertalingen

Catalaansimaginar
Deensforestille
Duitserdichten; sich einbilden; sich vorstellen; im Geist vor sich sehen; sich ausdenken; erfinden; ersinnen; verfallen auf
Engelsfancy; imagine; conceive; picture; visualize; envisage
Faeröershugsa sær
Fransimaginer
Italiaansfigurarsi
Nederlandsbedenken; zich verbeelden; zich voorstellen; zich indenken
Papiamentsfigurá; imaginá; imahiná
Poolswyobrażać
Portugeesimaginar
Roemeensimagina
Russischвоображать
Saterfriesferdichtje; sik foarstaale; sik ienbilgje
Spaansimaginar
Thaisสร้างจินตนาการ
Westerlauwers Friesferbyldzje