Informatie over het woord gejaĉo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekinggej·aĉ·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefgejaĉogejaĉoj
Accusatiefgejaĉongejaĉojn

Vertalingen

Afrikaansmoffie
Engelspoofter; faggot
Nederlandsflikker; poot