Informatie over het woord fleksiĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfleks·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdfleksiĝas
Verleden tijdfleksiĝis
Toekomende tijdfleksiĝos
 
Voorwaardelijke wijs
fleksiĝus
 
Gebiedende wijs
fleksiĝu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdfleksiĝanta
Verleden tijdfleksiĝinta
Toekomende tijdfleksiĝonta

Vertalingen

Duitssich beugen; sich biegen; sich krümmen; sich fügen; nachgeben; biegen
Engelsbend; curve; sag
Nederlandsbuigen; doorbuigen; ombuigen; zich buigen
Saterfriesbeegje; sik beegje
Spaansdoblarse; doblegarse