Informatie over het woord festotago

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingfest·o·tag·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatieffestotagofestotagoj
Accusatieffestotagonfestotagojn

Vertalingen

Afrikaansfeesdag
Deensfestdag
DuitsFesttag; Feiertag
Engelsfeast; feast‐day
Faeröershalgidagur; veitsludagur
Italiaansgiorno festivo
Nederlandsfeestdag
Portugeesdia festivo; feriado
Spaansdía de fiesta