Informatie over het woord levi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekinglev·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdlevas
Verleden tijdlevis
Toekomende tijdlevos
 
Voorwaardelijke wijs
levus
 
Gebiedende wijs
levu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdlevantalevata
Verleden tijdlevintalevita
Toekomende tijdlevontalevota

Voorbeelden van gebruik

Ŝi levis la okulojn kaj rigardis lin rekte en la vizaĝo.

Vertalingen

Engelsraise
Nederlandsomhoogheffen; opsteken; heffen; oplichten; opheffen; optillen