Informatie over het woord brazilarbo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingbra·zil·arb·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefbrazilarbobrazilarboj
Accusatiefbrazilarbonbrazilarbojn

Vertalingen

Catalaansbrasil
Deensbrasiltræ
Engelsbrazilwood; Pernambuco wood
Finsbrasiliankesalpinia; bresilja
Franspernambouc; bois de Pernambouc; bois‐brésil
Italiaanspernambuco
Nederlandsbrazielboom
Noorsbrasiltre
Portugeespau‐brasil; pau‐de‐pernambuco; arabutã; ibirapiranga; ibirapitá; ibirapitanga; orabutã; pau‐de‐tinta; pau‐pernambuco; pau‐rosado
Russischцезальпиния ежовая; фернамбуковое дерево; цезальпиния шиповатая
Spaanspalo brasil; pernambuco
Zweedsbresilja