Informatie over het woord leviĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekinglev·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdleviĝas
Verleden tijdleviĝis
Toekomende tijdleviĝos
 
Voorwaardelijke wijs
leviĝus

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdleviĝanta
Verleden tijdleviĝinta
Toekomende tijdleviĝonta

Vertalingen

Nederlandsverrijzen; opkomen; zich verheffen; rijzen