Informatie over het woord juĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingjuĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdjuĝas
Verleden tijdjuĝis
Toekomende tijdjuĝos
 
Voorwaardelijke wijs
juĝus
 
Gebiedende wijs
juĝu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdjuĝantajuĝata
Verleden tijdjuĝintajuĝita
Toekomende tijdjuĝontajuĝota

Vertalingen

Engelsjudge
Nederlandsbeoordelen; oordelen; een oordeel vellen